Soms heb je van die gesprekken met ouders waar je versteld van staat. Zo had ik een keer een adviesgesprek in groep acht van een kind met gescheiden ouders.

In de aanloop naar groep acht waren de ouders al gescheiden, ik meen al zo’n jaar of drie. Deze ouders stonden erom bekend dat zij na de scheiding niet heel vriendelijk met elkaar omgingen. Ze hadden elk een andere kijk op opvoeding en dat ging over in ruzies over de meest banale zaken. Zo ook over kleding van de kinderen. Het was zelfs zo dat wanneer het kind van haar moeder terug kwam na een weekend dat volgens regeling was afgesproken, de vader het kind in kleding stak die volgens hem goed was, tot een andere bril aan toe (!).

Met die verhalen op de achtergrond kwam de jongen groep acht binnen. In gesprekken met de ouders apart waren het beide redelijke ouders die het beste met hun kind voor hadden. Gezamenlijk had ik ze nog niet op gesprek gehad. Tot op dat moment in februari. De midden acht afnames in het leerlingvolgsysteem waren afgerond, het onderwijskundig rapport was geschreven en de oudergesprekken waren in volle gang. De twee ouders komen binnen met de jongen. Er was een redelijk afstand tussen elkaar bij het binnenlopen en er was een voelbare spanning op te merken. . Moeder ging uiterst links zitten en vader uiterst rechts, de jongen zat in het midden. In het begin verliep het gesprek redelijk goed, ik was voornamelijk aan het woord over de resultaten en de bevindingen.

Toen begon het gesprek pas echt. Vader zei wat over vervolgonderwijs en moeder reageerde daar geïrriteerd op. Hierop reageerde vader met een fractie meer ergernis en dit stapelde zich op. De twee waren aan het prediken voor eigen gelijk. In de discussie die volgde aanschouwde ik twee mensen die steeds meer zaken bij de discussie haalden, oude koeien uit de sloot getrokken, elkaar voor rotte vis uitmaakten en steeds luider begonnen te praten (hoe groter het gat tussen twee zielen, hoe luider men praat om het punt duidelijk te maken). De jongen zat er tussen in en bewoog zijn hoofd alsof hij een tenniswedstrijd aan het bekijken was. Dit duurde een aantal minuten.

Ik probeerde ertussen te komen maar dit lukte me niet met rustige woorden. Ik besloot het rigoureus aan te pakken. Met mijn vlakke hand sloeg ik op tafel, een luide knal spleet het gesprek in tweeën en de twee keken mij met geschrokken blikken verbaasd aan. ’Nu is het even genoeg,’ zei ik op rustige toon. ‘U moet uzelf nu even over uw eigen belangen en frustraties heen gaan zetten. U heeft elkaar een lange tijd heel leuk gevonden, zo leuk dat er zelfs kinderen kwamen. Nu vindt u elkaar klaarblijkelijk minder leuk, dat is te merken. Het wordt tijd dat u op deze momenten uw ego even parkeert en in het belang van deze jongen gaat denken en samenwerken, ik wees naar hun kind. Ze keken allebei naar hun kind. ‘Sorry,’ zeiden ze min of meer tegelijk tegen mij. ‘U moet geen sorry tegen mij zeggen, maar tegen uw kind,’ antwoordde ik.

Geschrokken van mijn eigen actie, ging het gesprek op een rustige toon verder. De rest van het schooljaar was er tijdens gesprekken tussen school en ouders geen onvertogen woord gevallen. Dit gaf mij een gevoel van overwinning. ik nam het op voor dat jochie dat er middenin zat en ik schudde de ouders, in ieder geval voor een moment, even wakker.

Categorieën: Blog